Column

Column Froukje: Keuzes

Hij keek heel gewichtig door mijn raam naar buiten. Ik hing half in de koelkast, natuurlijk had ik weer geen boodschappen gedaan. “Wil je bier of ranja?” vroeg ik, terwijl ik met een schuin oog naar een pak chocolademelk keek wat hoogstwaarschijnlijk over datum was. Ranja was goed, zei hij. Voor mezelf schonk ik ook maar een glas in. Samen zaten we op de bank. Hij voelde zich zo ongemakkelijk, dat ik er ook zenuwachtig van werd. “Ik heb met iemand anders gezoend” zei hij. Die had ik niet zien aankomen. “O, nou ja, we waren niet echt exclusief voor elkaar, dus ik vind het wel oké eigenlijk” zei ik.  En dat vond ik ook.

We vonden elkaar leuk, maar niet zo leuk. Hij had een hond, waardoor het bij hem thuis daar chronisch naar rook, hield niet van uit eten gaan en had een soort pertinente langzaamheid over zich heen, waar ik regelmatig heel nerveus van werd. Ik daarentegen gedroeg me verwend als ik mijn zin niet kreeg, begon slepende, vervelende discussies als ik dronken was en praatte vooral teveel en te lang.
Maar bij elkaar zijn was nog altijd beter dan helemaal geen relatie, vonden we, dus noemden we het geen verkering, maar zaten we toch meerdere keren per week bij elkaar op de bank en bespraken we tot in detail hoe onze dag verlopen was. Ik was er zelf van uitgegaan dat dit samenzijn een langzame dood zou sterven, en ach, daar hadden we allebei wel vrede mee gehad.

Nu had hij gezoend. Het was niet zomaar zoenen, vertelde hij. Het voelde zo goed, de hele avond lang en hij had haar notabene ook nog naar huis gebracht. Deze kennismaking had hem zo van zijn stuk gebracht, dat we elkaar niet meer konden zien. Per direct, nooit meer.
Na een gesprek van een half uur, waarbij het ging van hem veel geluk toewensen, tot aan tranen waarin ik snikkend zei dat ik waarschijnlijk toch alleen achter zou blijven (toch weer die verwende trekjes), besloten we nog een film te kijken samen. Volslagen belachelijk natuurlijk.

Drie kwartier later realiseerde ik me wat we daar aan het doen waren, of eigenlijk wat ik aan het doen was. Waarom zou ik in godsnaam nog een film willen kijken met iemand die geen dag langer bij mij in de buurt wilde zijn?

Ik ben 25 jaar en ik droom van ware liefde, ik geloof dat je iemand kan vinden met wie je je hele leven gelukkig bent, dat het niet uitmaakt hoeveel honden je hebt, hoeveel je praat en of je nou van pottenbakken of klassiek ballet houdt (ik hou van beide niet), je elkaar gewoon helemaal leuk vindt om wie je bent. Voor mijn gevoel is dat nog zo ongelofelijk ver weg. Toen ik dit aan mijn vader vertelde, moest hij lachen. “Wat een onzin” zei hij, “je bent er net zo ver of dicht bij vandaan als ieder ander”. En hij heeft gelijk. Ik ben blij dat we de film niet hebben uitgekeken. En de chocolademelk was inderdaad bedorven.

Door: Froukje Bouma

Show More

Related Articles

Geef een reactie

Check Also
Close
Back to top button
Close
Close