Na ruim vier maanden reizen, besluit Froukje dat het tijd is voor iets anders: een opleiding tot yogaleraar in India. Dat ze nog nooit eerder aan yoga heeft gedaan, lijkt haar niet zo’n probleem.
Het is half januari en ik ben op Bali. Hier volg ik onder andere een Tai Chi-les waardoor ik het gevoel heb dat ik in Kung-Fu Panda ben beland (zonder de schattige pandaberen helaas) en besluit ik dat het tijd is voor wat verdieping: ik ga een maand yoga’en in India. Dat ik helemaal niet goed ben in yoga en het nooit doe, vergeten we voor het gemak even.
Ik boek een ticket en arriveer in Fort-Kochi, een stadje in Zuid-India. Mijn yogimaster is Sajee, iemand die er precies zo uitziet als ik verwacht: lang haar, een baard met een knoop erin en hij draagt altijd witte gewaden.
Dag 1
Het is 6.00 uur ’s ochtends, ik voel me ongelofelijk wijs en zen. Dit is mijn leven nu, net als andere verlichte mensen zal ik nu elke dag beginnen met meditatie. Ik wandel naar de yogastudio toe. Samen met drie anderen volg ik de 250-urige opleiding tot yogaleraar. We beginnen met een vuurceremonie. Sajee steekt wat kokosnoten in de fik (leeg uiteraard) en het begint enorm te roken. Uiteindelijk zet hij de vuurschaal maar op het balkon neer omdat we niets meer kunnen zien door de rook. Wat een begin.
Dag 2
Goh ik moet toegeven dat het niet echt gemakkelijk is. We beginnen elke dag om 6.00 uur ’s ochtends met meditatie, om half 8 gevolgd door een yoga les van 2,5 uur. Daarna ontbijten we samen. Het dieet van een yogi is vrij eentonig, maar zorgt er wel voor dat je bikiniproof bent als de zomer begint: rijst en groente, geen vlees, geen vis, geen zuivel, geen kruiden, geen suiker, kortom: geen reet aan.
We eten op de grond met onze handen, wat best nog een uitdaging blijkt te zijn. Na het ontbijt hebben we een paar uurtjes vrij zodat we om 12.30 uur weer fris en fruitig klaarstaan voor de filosofieles. Dit komt er eigenlijk op neer dat Sajee drie uur lang aan het woord is en wij luisteren. Om half vier begint de tweede yogales en klokslag 18.00 uur zitten we samen aan het diner, wat verrassend genoeg weer bestaat uit een bord rijst met groente.
Dag 5
Sajee zegt dat ik aan het eind van de maand zo flexibel als spaghetti zal zijn en dat klinkt veelbelovend. Ik kan nu nog niet eens m’n tenen aanraken en mijn hele lichaam doet pijn. De stof is ook best wel complex. Volgens yogimaster Sajee hebben we geen lichaam en is deze wereld niet echt. We moeten ontwaken uit de droom, een soort matrix-moment dat helaas niet opgewekt kan worden door een wonderpilletje, maar enkel door jarenlange consequent mediteren: nobody said it was easy.
Dag 6
Sajee’s kleren zitten in de was, dus hij geeft yogales in een gifgroene driekwartbroek en een blauw dipdye shirt met een olifant erop. Hij ziet er zo lief uit dat ik hem even een knuffel geef. De eerste week zit erop: whooo, ik kan bijna niet meer bewegen van de spierpijn.
Dag 10
Ik ben er helemaal klaar mee: het is hier bloedheet, tijdens de meditatie denk ik alleen maar aan kipnuggets, ik heb pijn tot in m’n kleine teen, het eten smaakt naar zweetvoeten en dat zweverige gelul komt me de neus uit. Na het diner besluit ik naar een cafeetje in de buurt te gaan. Om mezelf te troosten bestel ik een enorm stuk chocoladetaart mét chocoladesaus. Ik heb net een enorme hap genomen als mijn Indiase medestudent binnenkomt met zijn vrouw. Heel schuldbewust glimlach ik naar hen. Betrapt. Gelukkig blijkt dat zij hier ook elke dag na het avondeten nog even wat anders naar binnen werken en ik voel me meteen een stuk beter.
Dag 11
De jongen die me gisteren betrapte met mijn mond en buikje vol chocoladetaart raadt me aan om me te laten masseren. Hij kent wel iemand. Ik moet naar een huis in een klein straatje en daar wacht een oud Indiaas vrouwtje op me: zij gaat me masseren. ‘Take your clothes off,’ zegt ze. ‘Everything?’ vraag ik verbaasd en ze knikt. Even later sta ik naakt voor haar. Ze overhandigt me een papieren string en zodra ze begint met masseren heeft ze die binnen twee minuten kapot getrokken. Het is een vreemde massage waarbij ik af en toe lig en rechtop moet zitten en ze me regelmatig slaat. Naderhand moet ik drie keer douchen om de olie van me af te spoelen, maar wonderbaarlijk genoeg voel ik me een stuk beter.
Dag 13
Filosofieles is echt het dieptepunt van mijn dag. Stel je eens voor: drie uur lang in een ruimte zitten in kleermakerszit met een temperatuur van veertig graden terwijl een Indiase man verteld over het spirituele leven. De helft snap ik niet, maar sommige verhalen zijn te inspirerend om niet te delen.
Het scheppingsverhaal
In den beginne maakte God de aarde. Hij zorgde voor de planten, de dieren, het water en het land. Als laatste maakte hij de mens. De mens was Gods meesterwerk, echter moest deze nog wel even worden afgebakken in de oven des levens. De eerste mens die God maakte, had hij per ongeluk iets te lang in de oven laten zitten, dus was wat te zwart uitgevallen. Maar zoals jullie allemaal weten, is God goed en besloot hij deze mens in Afrika te laten wonen. De tweede keer was God iets te voorzichtig: de mens was te kort in de oven geweest, dus wat te wit geworden. Deze mocht naar Europa. Maar zoals het spreekwoord zegt: driemaal is scheepsrecht. De derde mens was precies goed, niet te wit, niet te zwart, maar mooi bruin. Deze mocht in Gods eigen land wonen: India.
True story bro.
Dag 15
We zitten al over de helft, woehoe. Vanaf nu wordt ook alles beter want in plaats van die ellenlange filosofielessen gaan we elkaar lesgeven als teachers onderling. Dat betekent ook dat we de middagyogalessen mogen skippen, wat eigenlijk staat voor ultieme vrijheid, dubbel woehoe. Ik ben donderdag aan de beurt om mijn eerste yogales te geven.
Dag 18
Vandaag ga ik mijn les geven, de anderen gingen me al voor. In tegenstelling tot hen vraagt Sajee me of ik even de blessing wil vragen van de master. Er hangt een grote foto van een oude man in een soort wit lapje en hij glimlacht heel lief: dit is Sajee’s voorbeeld. Ik vouw mijn handen en ga voor de foto staan. ‘Lower,’ zegt Saje, dus ik ga op mijn knieën zitten. ‘Lower,’ zegt Sajee en ik buig naar voren. ‘Lower,’ zegt Sajee, dus ik leg mijn hoofd op de grond. ‘Now flat on the ground,’ zegt Sajee en ik ga languit met mijn lichaam op mijn buik liggen waarbij mijn handen naar voren wijzen, zodat ik een soort lange vis ben. Hier lig ik dan in India. Is dit nu het spirituele antwoord op al mijn levensvragen? Er komt een soort onbedaarlijke giechel naar boven en ik ben blij dat ik face down lig zodat Sajee het niet ziet. Na een halve minuut heb ik mezelf weer bijeengeraapt, dus kom ik omhoog. Sajee valt me halverwege mijn yogales in de armen omdat ik dankzij de zegen van de master een ontzettend goede lerares blijk te zijn.
Dag 27
We zijn bijna klaar, ik kan het bijna niet geloven. Als laatste staat op het programma dat we een dag vasten. Dat heb ik nog nooit gedaan maar ik sta ervoor open om het te proberen. Allereerst moeten we onszelf reinigen. Sajee zet een emmer neer op het balkon en zegt dat we hier zes bekers uit moeten drinken: het is zout water. Hij neemt zelf het goede voorbeeld en begint onbedaarlijk over te geven na de vijfde beker; dat is dus blijkbaar het doel. Het Engelse koppel volgt braaf zijn voorbeeld en even later aanschouw ik drie mensen die om zes uur in de ochtend van het balkon afkotsen. Dit zou ook zomaar een wilde avond stappen kunnen zijn geweest. Ik proef een slokje zout water en besluit even binnen te gaan zitten totdat ze klaar zijn. Het is niet helemaal mijn ding geloof ik.
Tegen de tijd dat het lunchtijd is zit ik weer aan een stuk chocoladetaart, dat vasten komt nog wel een keer.
Dag 28
Ik ben klaar. Ik ben yogalerares, wie had dat gedacht? Een stuk spaghetti voel ik me niet, maar wel een stuk flexibeler. Met pijn in mijn hart laat ik dit fantastische land met deze fantastische mensen en cultuur achter me. Het was een van de meest bijzondere maanden uit mijn leven. Of ik nu elke dag zal yoga’en? Nee waarschijnlijk niet, maar ik ben ongelofelijk dankbaar voor deze mooie ervaring en vooral heel trots dat ik het heb afgemaakt: Kung-Fu Panda eat your heart out!
Door Froukje Bouma