Door: Eline van der Meulen
Van regenboog tot psycholoog
Dit is studeren met een functiebeperking
Je kent het wel: de tentamens komen eraan en je bent nog niet begonnen met leren (hé sukkel, waar zijn je goede voornemens?), je kat hinkt op één poot en je moet nog 48 mails beantwoorden. Stress! Michelle Hoekstra heeft dat gejaagde gevoel iedere dag. En dat is niet het enige. Deze 24-jarige studente Communication & Multimedia Design aan NHL Hogeschool is namelijk depressief en heeft een stress- en angststoornis. Aan de Leeuwarder Studentenkrant vertelt ze haar verhaal.
Yo Michelle. Kun je ons in een notendop vertellen wat je precies hebt?
“Natuurlijk, ik ben er heel erg open over, hoor! Tweeënhalf jaar geleden werd bij mij een stressstoornis en een angststoornis vastgesteld. En vorig jaar kwam daar een depressie bij. Ik kon al een tijdje geen grip meer krijgen op mijn gedachten, ik was niet meer vrolijk en toen mijn beste vriend bij een auto-ongeluk om het leven kwam, knapte er iets. Ik kreeg burn-out na burn-out en kwam in een negatieve spiraal terecht. Toen werd het tijd om aan de bel te trekken.”
Jeetje, dat is geen kattenpis. En toen?
“Als eerste ging ik naar mijn moeder. Zij had natuurlijk allang gemerkt dat ik niet goed in m’n vel zat, maar kon me niet direct helpen. Samen zijn we naar de huisarts gegaan en die verwees me door naar een psycholoog. Ik werd in groepstherapie geplaatst. Vreselijk vond ik dat, want als ik naar huis ging, nam ik niet alleen m’n eigen shit met me mee, maar ook die van zo’n vijftien anderen. Ik stopte met alle gesprekken en vertelde iedereen dat het goed met me ging.”
Maar dat was zeker niet de waarheid?
“Klopt. Ik heb na die groepssessies een jaar lang geen psycholoog gezien, maar het werd er niet beter op. Opnieuw ging ik naar de huisarts en vroeg om een andere psycholoog. Dat was gelukkig geen probleem. Nu voer ik een-op-een gesprekken en merk ik dat het al beter met me gaat dan vroeger. Het is een lang proces hoor, waar ik mee bezig ben. Ik wil graag wat meer zen worden.”
Hoe uit je beperking zich in het dagelijks leven?
“Ik ben een tijdje bang geweest voor de meest rare dingen. Die gedachtes kwamen dan midden op de dag in me op, helemaal vanuit het niets. Was ik bijvoorbeeld bang dat er een brief op de mat zou vallen met een hoge rekening. Of dat ik het gas misschien nog aan had laten staan als ik ergens heen ging. Bang dat mensen om mij heen dood zouden gaan. En stress, ja, dat heeft iedereen wel eens. Iedereen maakt zich wel eens zorgen. Maar bij mij is dat allemaal tien keer zo extreem. Dat uit zich bij mij vooral in boosheid, woede.”
En hoe gaat dat dan op school?
“Negen van de tien keer gaat het gelukkig heel goed. Docenten en klasgenoten weten ervan en gaan er heel luchtig mee om. De bom is ook wel eens gebarsten op school. Ik was zo vreselijk kwaad op een meisje uit mijn projectgroep dat ze in huilen uitbarstte. Later heb ik natuurlijk mijn excuses aangeboden, want zo had ik nooit tegen haar mogen uitvallen, no matter what. Nu kan ik er om lachen hoor en dankzij de antidepressiva die ik nu slik, kan ik mijn boosheid veel beter in toom houden.”
What’s in it for you? Heb je nog voordeeltjes die andere studenten niet hebben?
“Feit is dat ik altijd probeer mee te gaan met de rest. Lukt dat niet, dan is bijvoorbeeld aanwezigheid in mijn geval niet zo’n big deal. Als ik een keertje thuis wil blijven, dan kan dat gewoon. Er wordt in alles wat meer rekening gehouden met mij. Ook kan ik mijn studie wat meer inrichten zoals ik dat zelf wil, met een eigen route. Uitstel voor dingen krijg ik trouwens niet, ik ga altijd voor de deadline.”
Wat doet de NHL om jou te helpen?
“Ik weet dat ik naar een decaan kan gaan als er iets is, of dat ik met een docent kan gaan praten. Maar toch mis ik de ervaringen van studenten die met hetzelfde kampen. Ik vind de aangeboden hulp heel erg ‘hbo’: alles moet vanuit jezelf komen. Dat terwijl veel mensen met psychische problemen niet zo snel hulp zullen zoeken of naar een decaan gaan. Je bent zo druk bezig met de dingen in je hoofd, dat is heel moeilijk uit te leggen.”
Vind jij jezelf eigenlijk anders?
“Nee, ik vind dat iedereen wel wat heeft, op wat voor manier dan ook. Maar dat maakt een mens ook zo mooi en uniek. Ik ben ook niet bang wat anderen van me denken. Vijftig procent vindt me leuk, vijftig procent vindt me maar niks. Ik ben gewoon mezelf en ik wil niet anders worden behandeld dan de rest.”
Maak je wel eens misbruik van de situatie?
[denkt heel diep na] “Nee.”
Dat is wel heel braaf, hoor. Echt niet?
“Nee hoor, echt niet. Dan maar braaf. Ik ben gewoon écht heel snel moe van alle drukte in mijn hoofd. Natuurlijk heb ik wel eens geen zin om naar school te gaan en blijf ik het liefst in m’n bed liggen. Het is dan ook heel makkelijk om te zeggen dat het vandaag niet zo goed met me gaat, maar daar schiet ik echt niks mee op.”
Wel mooi meegenomen trouwens, een jaartje langer stufi. Wat ga je met zoveel geld doen?
“Haha! Ik ga er heel saai mijn rekeningen en studieschuld mee betalen. Tot een jaar geleden werkte ik nog zo’n 24 uur per week naast mijn studie, maar dat vond mijn psycholoog niet zo cool. Ik ben daarom gestopt met werken en school staat nu bij mij op één. Tja, studeren is niet gratis hè. Ik kan dat extra jaartje studiefinanciering heel goed gebruiken!”