Jongeren raken steeds verder verwijderd van de politiek. Volgens de media is Den Haag niet representatief voor jongeren en ledenaantallen bij de jongerenafdelingen van partijen nemen af. Mbo- en hbo-studenten vinden politici, zowel landelijke, provinciale als gemeentelijke, oud en grijs. Hoe betrokken voelden jongeren zich eigenlijk bij de gemeentelijke verkiezingen van 2022? De Leeuwarder Studentenkrant ging in gesprek met Jeroen Veffer, NHL Stenden-student Bestuurskunde.
De negentienjarige Jeroen is mateloos geïnteresseerd in politiek. Hij ondersteunde SAM, de politieke samenwerking tussen het PvdA, D66 en GroenLinks in de Waadhoeke, omdat hij meer ervaring wilde opdoen in de gemeentelijke politiek. Dat deed hij door mee te denken met de besluitvorming en te notuleren bij de overleggen. Hij vindt het jammer dat niet meer leeftijdsgenoten op die manier betrokken zijn: “Vier jaar geleden stemden slechts 42 procent van de jongeren tijdens de gemeenteraadsverkiezingen.
Ik denk dat dit percentage in maart niet veel hoger lag.” Tijdens de Tweede Kamerverkiezingen in 2021 kreeg hij een sprankje hoop: onder de stemmers bevonden zich meer studenten. “Steeds meer problemen raken ook studenten en dat motiveert ze om toch te gaan stemmen bij de landelijke verkiezingen. De discussie rond het leenstelsel, de hoge kamerhuren en de coronamaatregelen hakten er bij studenten flink in.” Jeroen hoopte dat die lijn zich zou doorzetten tijdens de gemeenteraadsverkiezingen van
dit jaar. ”Je zag in ieder geval dat twee partijen veel jongeren wisten te bereiken, namelijk Forum voor Democratie en Volt.”
Stemmen winnen
Jeroen zit inmiddels in het derde studiejaar en heeft net stagegelopen bij het ministerie van Economische Zaken en Klimaat. “Daar zat je er bovenop en dan voel je meer wat de politiek voor iedereen kan betekenen. Dat is ook de makke, jongeren hebben niet het idee dat ze invloed kunnen uitoefenen met hun stemgedrag.“ De oorzaak: “Onderwerpen zijn voornamelijk op de oudere leeftijdscategorie gericht en ook spreken de politici niet hun taal.
Alles bij elkaar is het vertrouwen nog steeds niet groot genoeg.” Jeroen heeft wel wat ideeën om jongeren naar de stembus te krijgen. “Bij NHL Stenden konden studenten naar het stemhokje. Als de gemeente slim is dan zetten ze in alle mbo- en hbo-gebouwen een stembus neer.” En: “Lokale partijen moeten ook vaker hun gezicht op de campus laten zien om stemmen te winnen.
NHL Stenden had een debatavond georganiseerd om jongeren een inkijkje te geven in de lokale politiek en de onderwerpen die leven. Dat is een begin. Het zou mooi zijn als mijn opleiding Bestuurskunde hier meer in kan betekenen.”
GroenLinks echte studentenpartij
Jeroen komt uit Dronrijp, maar volgde de verkiezingen in de gemeente Leeuwarden nauwgezet. “GroenLinks steeg met stip van vijf naar zeven zetels. PvdA bleef de grootste partij, maar verloor wel drie zetels. Wethouder Hein de Haan had daarover terecht een dubbel gevoel.”
Wat betekent de winst van GroenLinks voor de studenten in Leeuwarden? Dat wordt er volgens hun programma niet minder op. GroenLinks wil dat Leeuwarden een aantrekkelijke stad wordt om te studeren zodat studenten na hun studie hier graag blijven wonen. Deze partij wil ook meer aandacht en waardering voor praktijkgerichte opleidingen, want de coronaperiode heeft laten zien dat deze afgestudeerden cruciaal zijn voor de samenleving.” Hij benadrukt dat GroenLinks op papier toch wel een echte studentenpartij is. “Betere stageplekken, ruim baan voor evenementen, vrijere sluitingstijden van de horecagelegenheden en meer betaalbare en kwalitatief goede studentenwoningen. Wij mogen hier blij mee zijn.”
Meer vertrouwen in de politiek
Jeroen heeft er voorzichtig vertrouwen in dat het beter gaat worden voor de student in Leeuwarden. “Ik ben met een dik jaar klaar, maar voor degenen die in september beginnen met studeren moet Leeuwarden aantrekkelijk zijn. Daar hadden de huidige studenten met een stem richting aan kunnen geven. Maar ja, dan moeten de partijen hun programma richting jongeren wel duidelijker communiceren. Dat hoop ik voor de toekomst: meer vertrouwen in de politiek en een hogere opkomst.”