Interview

Interview Postmen


Mijn broer is een paar jaar ouder dan ik en was enorme hiphopliefhebber. Als twaalfjarig meisje had ik weinig keuze en luisterde ik braaf mee naar legendes als 2pac, Snoop Dogg en Eminem. Maar ook Postman kwam voorbij en dat vond ik helemaal te gek. Ze waren een poosje van de radar, maar nu zijn ze terug, onder een iets andere naam (één letter verschil): Postmen. Namens de Leeuwarder Studentenkrant interviewde ik Remon Stotijn, het masterbrein achter deze formatie.

Ik weet nog goed toen ik voor het eerst een nummer van jullie hoorde, in de oude formatie. Het leek in niets op wat ik ooit had gehoord van Nederlandse bodem. Ik vind en vond jullie zo fundamenteel anders dan alle andere hiphop uit Nederland. Waar komt dat door?
“Wij waren niet zo bezig met Nederland, we richtten ons meer op het internationale. In de brugklas keek ik op tegen Public Enemy, Bob Marley en the Fugees, dat waren mijn voorbeelden. Zelf zie ik het zo: ik heb Surinaamse roots, maar mijn cultuur is hiphop. Hiphop is wat je draagt, hoe je praat en zelfs wat je eet. Kijk maar, rappers hebben het over shakebars en vegetarisch zijn. Bij de jeugd van tegenwoordig zie ik het nog steeds: of je Nederlands, Turks of Marokkaans bent: hiphop is een taal die iedereen spreekt.”

Hoe kijk jij tegen de huidige hiphopscène aan?
“Muzikaal gezien vind ik het wel dope, maar zakelijk rammelt het. Ik weet nog wel dat ik vroeger in de studio was en die jongens van Di-Rect waren er ook, ze waren toen nog maar een jaar of zestien, maar hadden alles goed voor elkaar: sponsoring, de juiste gitaren, een goed management. In de hiphop-industrie loopt dat op de een of andere manier nooit. Je krijgt Ahoy als rapper niet zomaar vol, dat komt door de marketing en de promotie. De muziek is er wel, de boekingskantoren zijn er, maar kijk bijvoorbeeld naar Opgezwolle: ze waren zo’n fenomeen in 2003/2004, toen was elke zaal te klein en nu krijg je zulke zalen nooit meer gevuld.”

Met wie zou je nog wel eens samen willen werken?
“Hmm, daar ben ik niet zo van. Veel van mijn helden, Bob Marley, Jimi Hendrix, werkten niet samen. Ik houd meer van iemand die zegt: ‘Dit is mijn muziek en mijn verhaal.’ Daarentegen vind ik het wel vet om met muzikanten samen te werken. Zo heb ik een poosje geleden met de drummer van Beyoncé gespeeld, dat was heel tof.”

Een comeback maken lijkt me best wel iets waarmee je je kwetsbaar opstelt: jullie hebben succes gehad met wat jullie vroeger deden en dan wil je terugkomen. Heb je daar vooraf nog over nagedacht?
“Tuurlijk. Als je alleen bent, is elke beslissing van jezelf, maar als je met mensen werkt, moet je rekening met elkaar houden. Ik ben redelijk egocentrisch ingesteld, ik denk dat ik zelf weet wat het beste is en dat ik de beste ben. Wat ons destijds heeft opgebroken, was een soort verwachting. We maakten hits, zonder dat het de bedoeling was. Eigenlijk wilden we alleen maar muziek maken. De afgelopen twee jaar heb ik daar best wel mee geworsteld. Ik wil niet bezig zijn met wat je op de radio hoort, of wat mensen van je verwachten, ik wil gewoon goede muziek maken. Sommige dingen die we nu hebben gemaakt, vind ik beter dan vroeger, maar zo wordt het niet perse ervaren door het grote publiek. Tegenwoordig denk ik: wil je het kopen, koop het en anders niet. Ik maak geen muziek die ik zelf niet zou luisteren.”

Wat zou je anders doen als je nu terugkijkt op je carrière?
“Iedereen heeft wel van die kleine dingetjes, waarbij je denkt ‘als ik zus of zo had gedaan was het anders gelopen’. Ik zit al bijna twintig jaar in het vak en ben nog steeds blij. Ik maak met veel plezier muziek en kijk niet terug en ga zitten balen. Wat ik wel doe, is mensen zakelijk helpen. Dan kijk ik naar wat voor fouten ik zelf heb gemaakt en probeer dat voor hen te voorkomen. Persoonlijk houd ik ervan om vooruit te kijken: wat ga ik morgen doen? Het gras lijkt altijd groener bij de buren, maar ik ben een tevreden man.”

In een interview zei je dat je vooral op zoek bent naar erkenning en dan het liefst uit het buitenland: hoe gaat het daarmee?
“Doorbreken in het buitenland is nog steeds mijn doel, of dat nou met de groep is of als producer. Mensen vergeten soms dat ik nog veel meer doe. Wie maakt de beats voor Postmen? Dat ben ik. Het buitenland is altijd de ambitie, maar er komt veel bij kijken. Zeker met z’n achten is het duur om ons ergens naar toe te halen, als producer is dat veel makkelijker. Ik ben er ook wel druk mee bezig hoor, met artiesten in Amerika, Frankrijk, je hebt altijd wel lijntjes lopen. Er ligt een internationale release klaar, een remix van ons, al sinds vorig jaar september. Zulke dingen kunnen gewoon heel lang duren, steeds weer nieuwe beloftes, maar het blijft vaag. Weet je, ik wacht het gewoon af en ga ondertussen lekker verder met muziek maken, anders is de teleurstelling iedere keer weer zo groot.”

Je draait nu zolang in de industrie mee dat je wel kunt spreken van een doelgroepverschuiving. Ik was bijvoorbeeld heel jong toen jij heel veel succes had en ontdekte jouw muziek pas wat later. Merk je nu ook dat er andere mensen naar jouw muziek luisteren dan vroeger? En wat voor effect heeft dat?
“Dat vind ik juist cool, dat het zo gemengd is. Op festivals staan veel verschillende acts en sommige mensen komen voor een andere act en vinden ons alsnog tof. Af en toe zie ik vaders met hun kids staan en zeggen ze: ‘Dit is echte muziek, hier is papa mee opgegroeid.’ Als je zo lang bezig bent, spreek je altijd wel een nieuwe doelgroep aan. Wat dat betreft is het tegenwoordig ook wel breder geworden. Vroeger was je hiphop en mocht je niet naar R&B luisteren, zo ben ik opgevoed. Nu komen de mensen erachter dat het toch niet zo erg is om op een housebeat te rappen.”

Zou je in Leeuwarden willen wonen?
“Ja man, ik vind Friesland heel cool. Een vriend van me woont in Leeuwarden en ik heb er wel eens over nagedacht om in Friesland te komen wonen, de woningprijzen zijn zoveel lager. Helaas is het echt wel een eind van Rotterdam en kunnen we daardoor minder samenwerken. Ik merk als ik in Friesland optreed dat jullie wat kritischer zijn. Ik moet echt wel wat ter tafel brengen, me extra inzetten om te overtuigen. Het strand vind ik trouwens ook te gek.”

Door Froukje Bouma

Show More

Related Articles

Geef een reactie

Back to top button
Close
Close