Van alles

De Leeuwarder Gehandicaptenkrant

Het is waarschijnlijk de grootste hobby van studenten: uitgaan. Van alle 17.000 Leeuwarder studenten maken de meeste minimaal één of twee avonden per week de stad onveilig. Om de studiedruk te ontvluchten. Of de lichaamssappen weer eens rijkelijk te laten vloeien. Maar hoe doen studenten met een beperking (politiek correct woord voor: gehandicapten) dat? Waar lopen (of rollen) zij tegenaan? Hoe is het contact met de mede-kroegganger? Onze jonge en zeldzaam knappe redactieleden Felix en Friso doken in de gehandicapte huid, pakten een blindengeleidenstok en rolstoel en zochten het uit.

Be prepared

Stap één van ons beperkte avontuur: uitzoeken welke handicaps we moeten hebben. Felix heeft vroeger staar gehad en de kogel is voor hem daarom snel door de kerk: Felix moet blind worden. En Friso? Tsja, laten we hem gewoon ‘wheelchair curious’ noemen. Conclusie: we gaan als blinde en rolstoeler op pad.

De doorsnee gehandicapte gaat natuurlijk niet zonder uitrusting de straat op. Om een beetje geloofwaardig over te komen hebben wij uiteraard attributen nodig, en wel een rolstoel en een blindenstok. Door veel te veel rond te bellen in ons niet bestaande gehandicaptennetwerk lukt het ons wonderwel om deze twee dingen te bemachtigen. Bij wijkzorgcentrum Greunshiem mogen we de Ferrari onder de rolstoelen komen lenen. Er is helaas geen blinde die zijn taststok voor een avondje kwijt wil, dus fröbelt Felix die in een flinke DIY-bui in elkaar. Het resultaat: een blindenstok die een blinde niet van echt zou kunnen onderscheiden.

De uitrusting

Model: De super Bekkertech Taststok X3000
Materiaal: 100% loodzwaar metaal
120mm aerodynamische reflectietape

Gewicht: 1000 gram
Lengte: 150 cm

 

Model: De opticzoom Wayfarer Z4000
Materiaal: 100% plastic
Gadget: van binnen afgetaped
Gewicht: 40 gram

Model: Extramurale selfrider op vier wielen
Kleur:
#000000
Gewicht: geen idee, waarom zou ik in vredesnaam een rolstoel op de weegschaal leggen?

 

 Let’s fucking do this

Het is D-night. Een kleine golf van spanning trekt door onze semi-gehandicapte lichamen. Flashbacks van ons vorige experiment (‘De Leeuwarder Zwerverskrant’, zie vorige editie) schieten als een flits aan ons voorbij. Hoe zouden onze medemensen op ons gaan reageren? Zouden ze ons geloven?

Om de ‘Hey, ik ken jou wel en jij bent helemaal niet gehandicapt’-herkenning uit de weg te gaan kiezen we de nachtelijke staphabitat natuurlijk met grote precisie uit. Friso gaat de Doelesteeg trotseren. Want: het is alweer vijf jaar geleden dat hij hier z’n goudgele pretcilinders wegtikte. Het kan dan ook niet anders dat hij een ware John Doe voor het publiek is. Felix maakt zijn gehandicaptendebuut bij Café Baljee, De Rus en Rembrandt, aangezien hij in tegenstelling tot de gemiddelde bezoeker nog niet in zijn midlifecrisis zit.

 

Vanachter de blindenstok

Hoewel het bijna-blind-zijn voor Felix niet nieuw is (als ex-staarpatiënt ging hij back in the days met een bril in de categorie ‘jampot’ door het leven), is het uitgaansleven vanuit het perspectief van een blindeman toch een heel nieuw avontuur. Afkijken van een andere blinde gaat ook niet, want wie heeft er ooit eerder een visueel beperkte zien stappen in het holst van de nacht? Juist ja.

Samen met blindenbegeleider Friso, die Felix blindelings vertrouwt, gaan we richting 058 city centre. Gekleed in een grijze coltrui en leren jas wordt Felix omgedoopt tot ‘Eric de Blinde’ en fladdert hij als een blinde vink het nachtleven in.

Eerste halte: Café De Rus. Door nalatig gedrag van begeleider Friso struikelt Felix De Rus binnen en maakt hij zijn entree. Gelijk al wordt ‘Eric’ door de barman herkend. “Hé! Sinds wanneer ben jij blind?”

Wellicht had Felix hier een keer een paar nachtelijke escapades waar hij niks meer van af weet. Uiteraard laat ‘Eric’ zich niet uit het veld slaan en laat hij zich door hulpverlener Friso naar de dansvloer begeleiden. De bril is dan van binnen afgetaped zodat Felix niks kan zien, toch voelt hij de priemende ogen in zijn rug branden. Begeleider Friso kan dit bevestigen.

We bestellen een kalmerend biertje aan de bar. Tenminste, wat een kalmerend biertje had moeten zijn. Want Felix voelt zich vrij ongemakkelijk door al het gebabbel en de harde muziek om zich heen. Hoe deze kroeg eruitziet? Dat is je als blinde net zo slecht voor te stellen als met je ogen dicht een Rubiks kubus oplossen: onmogelijk dus.

Dus besluiten we dat we elders nog een biertje gaan drinken. Als we ons een weg door De Rus proberen te banen, wordt ‘Eric’ nog even bij z’n arm gegrepen door een van de vrouwelijke roofdieren die De Rus herbergt. Het meisje, dat er volgens ziener Friso niet verkeerd uitziet, maar wat Felix helaas nooit zal weten, zegt: “Dit is toch niet echt?” Lichtelijk beledigd en verbaasd lopen we snel door. Of deze amicale vraag er door de alcohol uitfloepte of uitgelokt werd door de blinde charme die ‘Eric’ uitstraalt is voor ons tot op heden de vraag.

De volgende stop is Café Baljee. Wederom een bar waarvan ‘Eric’ dacht dat hij er nog nooit een voet binnen had gezet. Verblijd met de verhalen van Friso lopen wij de bar binnen. Friso vertelt namelijk dat dit het domein is van schaamteloos tongende geblondeerde vrouwen van rond de 40/50. Helaas is Felix’ bril volledig afgetaped en kan er niks worden opgevangen van dit dierlijke spektakel.

Gelukkig spot begeleider Friso helemaal achterin een tafeltje. Dit betekent dat we ons eerst een weg door de seniorenspeeltuin moeten banen. De beloning: een koude pilsener aan de bar. Bepaald geen sinecure (Google dat woord maar even), maar toch is iedereen beleefd en laten Felix en Friso in alle glorie passeren.

Eenmaal aangekomen bij een tafel naast de bar wordt ‘Eric’ gedumpt bij twee onbekenden. Er moet namelijk bier gehaald worden. Al snel wordt dit een redelijk ‘awkward situation’ en heeft Felix de onbekenden binnen één minuut weggepest met zijn blindheid.

Gedurende de avond wordt het antwoord op de vraag waarom we nooit blinden zien tijdens het uitgaan beantwoord. Felix voelde zich zonder begeleider hulpeloos en afhankelijk. Zonder blindenbegeleider Friso kon hij namelijk geen kant op en was het uitgaan als ‘tasten in het duister’. Voelen is zilver, maar zien is toch echt goud. Blinde ‘Eric’s’ conclusie: als hij echt blind zou zijn en zin zou hebben in een avondje uit, zou ie het houden bij een blokje om. Met blindenstok.

 Rollin’, rollin’, rollin’ 

“Vroem vroem!” Dat is zowaar het eerste wat Friso uitkraamt als hij in zijn rolstoel kruipt. Als een blij kind op een skelter rijdt hij zwierige rondjes door de straten. Maar twee minuten later is de vrolijkheid al snel omgeslagen naar: “Wat is dit kut man, ik heb spierpijn in mijn armen!”

Het wordt hem al snel duidelijk: leven in een rolstoel is zo gemakkelijk nog niet. Vooral op het moment dat Friso in zijn uppie poogt een stoep op de rijden. Voordat ie het weet, kukelt hij achterover. Stoepranden, your worst enemy. Na overeind te zijn geklommen (lastig zonder je benen te gebruiken), gaan we pinnen. Dit valt mee. Als je je armen maar flink weet uit te strekken. Yes!

Achter ons staat een jongeman moppen te tappen over onze rolstoel. De jongen moet vooral zelf heel hard om zijn grapjes lachen. Totdat ik moedig vertel dat ik een dwarslaesie heb en nooit meer kan lopen. Zijn gezicht trekt net zo wit weg als Michael Jackson zwemmend in een emmer Typex. Heel wit dus. Zo, die durft niet meer. Het enige wat de jongen nog doet is zijn duim opsteken en een miezerig “respect” uitbrengen. Beteuterd gaat ie verder met pinnen. Goeie jongen.

Met flink wat spierpijn in de armen, weten we rollend aan te komen bij de Doelesteeg. Tot onze verbazing mogen we bijna nergens naar binnen. “Past niet”, “Mag niet van mijn baas” en “Je komt niet door de deur”. Alleen bij Café de Steeg zijn ze vriendelijk, hoewel ze ons wel meteen waarschuwen voor de drukte.

Als gehandicaptengroentjes zijn we te chicken om deze extreme drukte te betreden, dus besluiten we te vertrekken richting Shooters. Maar voordat we wat meters vooruitmaken, worden we aangesproken door een tamelijk opgefokte portier van een van de kroegen. Hij heeft ons de hele Doelesteeg gevolgd en begint boos te razen dat we niet zo moeten fokken. “Je weet best dat je kunt lopen! Je hebt helemaal geen dwarslaesie!” Hoewel de beste kleerkast natuurlijk stiekem gelijk heeft, willen we het liefst over hem heen rollen en de blindenstok ergens diep in steken. Maar brave gehandicapten als we zijn, knikken we en haasten we ons, zo snel als het kan, naar Shooters.

En bij Shooters wacht onze welverdiende beloning. Friso wordt zachtjes opgetild door de portier, wordt welkom geheten door zowat de hele Shooters-staf en krijgt gratis shotjes bij de vleet. Er worden nog net geen rugmassages, lapdances en wapperende palmtakken aangeboden.

Het enige pijnlijke moment: de timing waarop Friso de dansvloer betreedt. Terwijl de rolstoel zich tussen de dansende massa mengt, zet de dj ‘Jump Around’ van House of Pain op. Zittend in zijn rolstoel, kijkt Friso toch wat beteuterd naar de springende horde.

Gelukkig maken de dronken jongens en meisjes het allemaal goed. Friso krijgt voor de verandering meer aandacht dan de stuiterende tieten van de meisjes op de dansvloer. Bovendien is iedereen beleefd en knikt respectvol, zelfs als Friso over hun tenen rijdt. Meerdere jongens geven Friso zelfs een high-five, begeleid door een kreet die ongeveer klinkt als “HEEUUHJ, HEUHJJ HEUHHJ!” Dit zal vast een stappersuiting zijn voor respect. Friso voelt zich hier minstens zo gewenst als de dag waarop hij als pasgeborene in de armen van zijn ouders lag.

Rolstoelervaringsdeskundige Nicky

“Door mijn reuma heb ik een aantal maanden in een rolstoel moeten zitten. Ik wist toen nog niet dat ik reuma had en lag alleen maar op de bank. Hierdoor verstijfde mijn lichaam juist meer, waardoor lopen op een gegeven moment heel lastig werd. Ik heb toen een rolstoel aangevraagd bij Thuiszorg. Sinds vier jaar ben ik lid van een studentenvereniging en ook actief lid van een damesdispuut. Een vriendinnetje van mij ging op stage en hier hoort natuurlijk een afscheid bij. Ik wilde hier heel graag bij zijn en mijn vriendinnen hebben mij toen meegenomen in m’n rolstoel. Na een biertje in een restaurant te hebben gedronken wilden we ook even de Doelesteeg in. Ik moet zeggen dat het wel heel rustig was, maar de barmannen van Café de Ouwe Stoep hebben mij heel vriendelijk geholpen. Ik kon natuurlijk wel even staan wat het wel gemakkelijker maakte, maar toch. Ze hebben de rolstoel naar binnen getild en daar weer neergezet, zodat ik daar verder kon drinken. Inmiddels gaat het alweer een stuk beter met mij omdat ik dus eigenlijk juist beweging nodig had. Maar die keer dat ik ging stappen met een rolstoel heb ik geen nare ervaringen gehad en was het heel gezellig!”


De eindconclusie

Onze voornaamste conclusie: wij willen niet gehandicapt zijn.

Daarnaast is het best wel kut om nagestaard en als attractie gezien te worden als je als gehandicapte op stap gaat. High fives, stimulerende oerkreten en gratis shotjes zijn wel leuk voor eventjes, maar eigenlijk willen we net zoals iedereen gewoon normaal zijn en lekker blenden in de massa. Gehandicapt zijn is al erg, laat staan dat je je uiteindelijk als een tweede en derde Justin Bieber gaat gedragen.

Mocht het zover komen dat gehandicapte stappers echt rugmassages, lapdances en wapperende palmtakken aangeboden krijgen, dan zijn we uiteraard best bereid de blindenstok en rolstoel nog eens van stal te halen.

 

Door: Felix Bekkers & Friso Visser
Fotografie: Jochem Schuiling

 

Show More

Related Articles

Geef een reactie

Back to top button
Close
Close