Van alles

Huisje, boompje, beestje: Julia Prins

Leeuwarden telt bijna dertigduizend studenten. Een derde woont op zichzelf en heeft een eigen kamer: tienduizend studenten, ieder met een eigen verhaal. Julia Prins vertelt haar verhaal en ze geeft uitleg over de voorwerpen in haar kamer die belangrijk voor haar zijn.

“Ik ben altijd al gefascineerd geweest door de horeca. Het serveren van eten, drankjes en het gasten naar de zin maken vind ik ontzettend belangrijk. Om die reden koos ik voor de Hogere Hotelschool. Aanvankelijk wilde in Den Haag studeren, maar ik werd helaas afgewezen omdat ze me te jong vonden. Toen viel mijn keuze op Leeuwarden. Maastricht vond ik helemaal niks, Amsterdam vond ik te massaal.

In Leeuwarden ben ik vaak verdwaald. Zo ben ik zelfs twee keer met mijn fiets op de snelweg beland. Kortom, ik had echt het gevoel dat ik naar de grote stad verhuisde. Nu, twee jaar later, begint Leeuwarden ook wel redelijk op een dorp te lijken. Ik kan hier overal lekker lopend naartoe, ik woon namelijk midden in het centrum.
Ik woon in een heerlijk huis met acht andere mensen. Iedereen hier in huis is ontzettend spontaan en oprecht. We houden van goed eten, gezelligheid, wijntjes drinken, lang tafelen en genieten. Mijn rol binnen het huis is echt het huismoedertje spelen. Ik vind het fijn om iedereen in de gaten te houden en te kijken of het wel goed met ze gaat.

Leeuwarden is echt mijn stadje geworden. Alles wat ik hier tot nu toe mee heb gemaakt, heeft me in positieve zin veranderd. Het enige negatieve aspect is dat ik iets ben aangekomen.”
Schilderij
“Mijn moeder en ik lijken erg veel op elkaar. We zijn allebei nieuwsgierig en houden van gezelligheid. Daarnaast zijn we beide ook ontzettend koppig, wat soms lastig is. Ik krijg het liefste altijd mijn zin. Toen ik drie jaar was, overleed mijn vader. Ik herinner me niets van hem. Het enige wat ik nog weet, is dat de politie aan de deur kwam om te vertellen dat hij overleden was. Hij reed op een scooter en werd aangereden door een dronken automobilist. Daarom ben ik ook fel tegen rijden met drank op.
Ik mis hem niet echt, daarvoor was ik te jong, maar ik merk wel nu ik ouder word me steeds meer afvraag waar ik vandaan kom. Mensen zeggen altijd dat ik vreselijk veel op hem lijk. Dat is toch vreemd, je lijkt op iemand, maar je kunt zelf niet zeggen of het klopt.
Toen ik zes was hertrouwde mijn moeder met Richard, mijn stiefvader. Hij voelt als een onderdeel van het gezin, ik noem hen ook mijn ouders, maar ik zou hem nooit papa noemen. Ik ben blij dat mijn moeder gelukkig is. Ze houdt erg van schilderen en op een dag riep ze mij, mijn broer en m’n zus bij zich en mochten we alle drie een schilderij uitkiezen. Ik heb deze gekozen, omdat ik dit doek het mooist en het meest sprekend vind. De felle kleuren vind ik vrolijk, de jurken zijn kleurrijk en chaotisch, ze spatten van het doek af. In dat opzicht lijkt het doek een beetje op mij. Als ik dit schilderij zie, denk ik aan mijn moeder. Zij is de belangrijkste persoon in mijn leven.”

Sjaals
“Ik vind sjaals heerlijk zitten en heb rond twintig verschillende soorten en maten. Mijn knalroze sjaal betekent het meeste voor me, die kreeg ik van mijn zus. Mijn zus en ik lijken totaal niet op elkaar. Zij is wat stoerder en ik ben meer een meisje-meisje. Daarom vond ik het heel lief dat ze me juist zo’n sjaal cadeau gaf.  Dit zou ze zelf namelijk nooit dragen. We hadden altijd veel ruzie, de laatste jaren is het beter geworden. Koppigheid is een familietrekje en daarnaast hebben we beide hele andere interesses. Mijn zus woont nog thuis en toen mijn ouders op vakantie gingen, bleef zij alleen achter. De hele vakantie at ze alleen maar schnitzels, zalm en kip uit de vriezer. Ik vind dat onbegrijpelijk, als ik ’s ochtends opsta, denk ik alweer aan wat ik ’s avonds wil eten. Zij vindt dat op haar beurt weer heel vreemd. Nu ik niet meer thuis woon, heb ik geleerd om onze verschillen meer te accepteren. We zijn familie en ik hou veel van haar.”

Plankje
“Ik hoop later erg succesvol te worden, zowel privé als zakelijk. Op dit moment kan ik me niet voorstellen dat ik ooit kinderen zal krijgen, dat lijkt me zo burgerlijk. Wat ik qua werk wil doen, weet ik nog niet. Ik denk iets met sales en marketing. In Leeuwarden heb ik veel over mezelf geleerd, vooral dat ik gewoon mijn bekkie moet opentrekken. En altijd jezelf zijn, dat is heel belangrijk. Mijn vader heeft drie zussen, zij zijn mijn lievelingsfamilie. Een van mijn tantes is een soort superzakentante en heel erg succesvol op zakelijk gebied. Van haar krijg ik ook altijd boeken over leiderschap, succes en dat soort onderwerpen. Zij weet dat ik ook ambitieus ben en stimuleert me daar heel erg in. Onlangs moest ik op een cursus op een plankje schrijven waar ik naar toe wil, vervolgens moesten we hem doormidden slaan. Ik heb het plankje bewaard, het herinnert mij aan wat ik wil bereiken en dat ik mijn dromen waar kan maken.”

Door Felix Bekkers

Tags
Show More

Related Articles

Geef een reactie

Back to top button
Close
Close